Hoe krijg je inspiratie?

Niks. Noppes. Niente. Nada.

En gisteravond had je je nog wel zo voorgenomen om vandaag klokslag […] uur aan de slag te gaan en even een berg werk te verzetten.

Maar nu? Stilte. Je hoofd is leeg. Hol.

Of je nou schrijver bent, ontwerper, kunstschilder of trainingen in elkaar zet: net als ik heb je vast ergens wel een keer in je leven zonder inspiratie gezeten. Dat je geen ideeën, geen gloeilampmomenten, geen woorden had.

Vooral op de dagen dat je ‘nu toch echt eens wat moet produceren’, blijven de ideeën uit en zit je in het luchtledige te staren. Hopend op een ingeving.

De ellende van inspiratie is dat het veel te vaak op het verkeerde moment op de verkeerde plaats komt.

In de auto bijvoorbeeld. Als jij, alleen, achter het stuur zit. Zonder pen en papier.

Of ’s avonds. Als je je net op je slaapzijde hebt gedraaid en half op weg bent naar dromenland.

Het zou fijn zijn als ideeën wat makkelijker op te roepen zijn.

Is dat mogelijk? Want als je van je inspiratie moet leven, is het handig als het vaker op momenten komt dat je het nodig hebt.

Waar komt inspiratie eigenlijk vandaan?

Inspiratie lijkt zo ongrijpbaar. Het lijkt ineens op te komen. Plotseling, als vanuit het niets.

Alleen is dat helemaal niet zo plotseling als dat het lijkt. Voor het ‘Aha’-moment heeft inspiratie al een weg afgelegd. Je hebt er niks van gemerkt, maar het was al wel een tijdje bezig.

In je brein.

Inspiratie wordt gevoed door informatie.

Alles wat je ziet, leest, hoort, komt in je hoofd te zitten. Alle indrukken die je opdoet krijgen een plek in je onderbewuste. En na een tijdje en met wat verbindingen hier en daar wordt het als inspiratie naar je bewustzijn gegooid.

Je kunt je inspiratie best een duwtje geven. Het zit in je hoofd, het moet er alleen uit. Je hoeft niks te forceren, dat helpt niet, maar je kunt je brein wel motiveren.

Als je vast zit:

Ga iets heel anders doen. Een documentaire kijken. Iets over filosofie lezen. Of over de bijzondere beesten uit de diepzee. Iets dat tegenovergesteld is aan je werkgebied geeft vaak nieuwe inzichten die een frisse blik werpen op je werk.

Zorg dat je een gebrek aan inspiratie voor blijft.

Maak vooral gebruik van de momenten dat je wel inspiratie hebt. Dan hoef je je werk niet compleet af te hebben, maar ben je wel een eind op weg en hoef je later alleen nog de puntjes op de i te zetten.

Koop of maak een notitieboekje.

Verzamel daarin ideeën die je later uit kunt werken. Blader het regelmatig door zodat je brein nieuwe associaties kan vormen.

Ga op gezette dagen brainstormen.

Schrijf alles op wat er in je opkomt. Maakt niet uit of het zinnig is, maar noteer je gedachtes, je woorden en de vragen die in je opkomen. Als je naar een leeg canvas/beeldscherm staart, kun je terugvallen op inspiratie uit zo’n sessie.

De beste ingevingen komen vaak in rust.

Ideeën stromen op momenten dat je er helemaal niet mee bezig bent. Hou dus altijd een notitieblok en pen naast je bed. Op het moment dat je bewustzijn in slaap gaat, lijkt je onderbewuste wakker te worden, handig als je je ideeën even snel kunt opschrijven. Want de volgende ochtend ben je die briljante zin geheid kwijt.

Inspiratie krijgen is ook oefenen.

Doen. Aan de slag. Soms ontstaan de ideeën door gewoon te beginnen. Zonder doel, zonder vastomlijnd resultaat wat je wilt bereiken. Als je schildert: zet de eerste streek en laat het gaan. Als je schrijft: schrijf woorden. Voor mijn part over hoe irritant een leeg vel is.

Professor Ap Dijksterhuis noemt inspiratie ‘een productief onbewuste’.

Dat onbewuste heeft dan wel wat nodig om op te kauwen.

Blijf je brein voeden. Blijf lezen, leren en observeren.